Thema: Platteland en Historie

 

Algemeen Twente

  • 5000 – 2000 voor Christus
    • De eerste sporen van landbouwactiviteiten dateren uit de late (jonge of nieuwe) steentijd.[1]
  • 400 – 500
    • De roggeteelt wordt bekend. De verbouw van rogge heeft voortgeduurd tot in de zestiger jaren van de twintigste eeuw.[2]
  • 800
    • Vlak na het jaar 800 worden al de namen Thrinon (Driene), Loningheri (Lonneker) en Tuegloe (Twekkelo) genoemd.[3]
  • 900
    • De akkerbouw ondergaat na de Karolingische tijd grote veranderingen. Er worden zwaardere ploegen gebruikt. Er is een sterke groei van het aantal boerderijen op zogenaamde kampen (of essen), hoger gelegen percelen landbouwgrond. Rogge is het voornaamste product, met daarnaast haver, boekweit, erwten, bonen, linzen, uien, knollen, hennep en vlas. Gerst en gierst worden verbouwd voor de bierproductie en vlas voor de eigen bewerking tot een grof linnen.[4]
  • 1200
    • De Marke is een al in de dertiende eeuw ontstane organisatievorm waarin alle gevestigde boeren een stem bezaten. De term Mark of Marke wordt al genoemd in een oorkonde van voor het jaar 1000. Het woord betekent aanvankelijk ‘grens’, maar wordt daarna gebruikt voor het grondgebied van een aantal boerenhoven bewoond door vrije boeren, met woeste gronden in gezamenlijk beheer. Later ontstonden officiële Marke regels en – beheer.[5]
  • 1400
    • Rond 1400 na Christus waren de bewoners van de boerderijen vaak niet meer afkomstig uit de oorspronkelijke families. Tot aan het jaar 800 na Christus waren de namen van de boerderijen nog duidelijk gerelateerd aan de families die in de boerderijen[6]
  • 1650
    • Van de oude boerderijen is bekend dat deze merendeels in de periode 1650-1750 werden vernieuwd en vergroot.[7]
  • 1750 – 1800
    • Snelle opkomst van het verbouwen van de aardappel, onder andere door de onrustbarende stijging van de graanprijzen.[8]
  • 1811
    • Vorming van de gemeenten Enschede en Lonneker, door splitsing van stadgericht en landgericht Enschede. Enschede bestaat nu uit de stad en de Eschmarke, De gemeente Lonneker bestaat tot in de negentiende eeuw uit vijf marken: Groot Driene, Lonneker, Esmarke (of grote Boermarke), Usselo (inclusief Boekelo). en Twekkelo. In 1818 wordt de Eschmarke ook bij Lonneker gevoegd.[9]
  • 1820 – 1830
    • In de loop van de negentiende eeuw komt er een einde aan het markesysteem, door de toenemende druk op het grondgebruik en door nieuwe landbouwinzichten. De woeste gronden worden vanaf ca 1820 verdeeld onder de rechthebbende gebruikers, door invloed van landbouwhervormers en grootgrondbezitters. Er werd een eerste begin gemaakt met de ontginningen. Eerst werden de lagere gronden omgezet in grasland.[10]
  • 1820
    • De Twentse historische boerderijen kan men qua ouderdom verdelen in twee groepen: de oude erven, die vaak al voor de zestiende eeuw bestonden en die welke pas na de markedeling werden gesticht. Grote aantallen nieuwe, vaak kleine boerderijen werden op het nieuw-ontgonnen land gebouwd.[11]
  • 1820
    • Ontwerp van het burgerlijk wetboek bevat een bepaling met betrekking tot het definitief afschaffen van de horigheid. In dit jaar worden voor het eerst een tiental erven publiekelijk verkocht.[12]
  • 1845
    • In de jaren 1845/1846 leidt de aardappelziekte, waardoor de oogst volledig mislukt, tot grote armoede.[13]
  • 1850
    • Tot in de achttiende eeuw was de vlasvezel in Europa naast wol de belangrijkste grondstof voor textiel, maar in de negentiende eeuw is hij als zodanig verdrongen door katoen. De vlasteelt verdwijnt in Overijssel met de industriële revolutie, omdat de prijs voor vlasproducten in Engeland veel lager is door de mechanisatie. De Engelse vlasproducten zijn van betere kwaliteit en worden goedkoper geproduceerd.[14]
  • 1860
    • Na 1860 gaat de industrie een grotere rol spelen en ontstaat er een eerste trek naar ‘de stad’. Tot aan de industrialisatie na 1860 leefde men hier in Twente vooral van landbouw en veeteelt. Na 1860 ontwikkelde in Twente een imposante textielindustrie. Dit werd bevorderd door de aanleg van de spoorwegen, waardoor de aanvoer van grond- en brandstoffen (Engelse garens en steenkool) veel goedkoper werd. De Amerikaanse burgeroorlog zorgde vervolgens voor een katoenschaarste, waardoor de Twentse voorraden voor hoge prijzen verkocht konden worden. Het kapitaal werd gebruikt om de fabrieken te mechaniseren.[15]
  • 1865 – 1866
    • De eerste spoorwegen in Twente Graan komt nu in grote hoeveelheden uit de Verenigde Staten naar Europa.[16]
  • 1878 tot 1895
    • Een grote landbouwcrisis ontstaat door de import van goedkoop graan en landbouwproducten uit Noord-Amerika.[17]
  • Eind 19e eeuw
    • Het thomasslakkenmeel doet zijn intrede, een fosfaathoudende meststof, de voorloper van de kunstmest.[18]
  • 1888
    • De Nederlandsche Heidemaatschappij wordt opgericht met medewerking van Albert Jan Blijdenstein. Vanaf 1890 gaat de Heidemij de heidevelden bewerken. Zo worden er bossen en weilanden aangelegd in Twente.[19]
  • 1900
    • Rond 1900 begint het esdorpenlandschap te vervagen. Met de komst van de kunstmest werd landbouw op zandige gronden beter mogelijk. Essen werden omgezet tot graslanden en beken gekanaliseerd. Langs de beken vormden zich vestigingen die zich later uitbreidden tot grote steden, omringd met landbouwpercelen en wegen.[20]
  • 1910
    • Kunstmest komt langzamerhand beschikbaar. Nu zijn heidevelden als leverancier van mest echt overbodig geworden. In 1930 wordt de kunstmest ‘zwavelzure ammoniak’ in Nederland op de mark gebracht door Hoogovens en de Staatsmijnen.[21]
  • 1920
    • Vooral na 1920,werden ook de hogere heidegronden ontgonnen.[22]
  • 1952
    • Eerste snijmais teelt in Nederland (in Beckum?).[23]
  • 1955
    • Tot ver in de jaren vijftig is het bij de boeren gewoonte om zelf hun producten in de grote stad te brengen en te verkopen op de markt. Er is nog nauwelijks sprake van loonbedrijven.[24]
  • 1960
    • De graan teelt moet plaatsmaken voor mais verbouw.[25]
  • 1982
    • Eerste illegale hennep veldjes tussen de mais ontdekt in Twente.[26]
  • 2010
    • Vlas is opnieuw onder de aandacht gekomen, doordat het een veelzijdige, hernieuwbare grondstof is en milieuvriendelijker dan andere gewassen (bijvoorbeeld maïs) verbouwd kan worden (Niesthoven A. , 2013). In Twente staat het voorlopig nog vol met mais.[27]
  • 2014
    • Sinds 2014 wordt de vlasteelt niet meer gesubsidieerd vanuit de overheid. Aangezien de ondergrond in Twente niet geschikt is voor vezelvlas, ligt de teelt van olievlas voor de hand.[28]

 

Platteland Twekkelo

  • 800
    • Kort na 800 na Chr. wordt de naam Tuegloe (Twekkelo) genoemd in geschriften. De marke Twekkelo bestaat in die tijd uit 3 essen t.w. de Twekkeler es, Grote es en Lutje es (of Kleine es).[29]
  • 1475
    • Uit het schattingsregister van 1474 blijkt dat Twekkelo bestond uit 23 boerenerven. Er worden boerderijen in Twekkelo vermeldt, de benaming en de oudst bekende datum van de boederij bijvoorbeeld:[30]
      • Het Kotman 1188 Dat Kate
      • De Vrieler 1188 Vriling
      • Het Stroot 1338 Thon Strote
      • De Haimer 1284 Dademening
      • De Reulver 1457 Roelving
    • 1801
      • Een volkstelling in 1801 vernoemt de Marke Twekkelo met 431 zielen.[31]
    • 1866, 1867
      • In 1867 wordt de Marke Twekkelo opgeheven en verdeeld.[32]
    • 1937
      • Een deel van het oorspronkelijke grondgebied van de voormalige Marke Twekkelo gaat over naar de gemeente Hengelo.[33]

 

Platteland Boekelo (Boeckuloe, Boekhold, Bookel)

  • 1450
    • Het Erve Boekelo wordt steeds genoemd met het daarbij gelegen erve Vogelsanck. Dat laatste erve wordt in 1450 voor het eerst apart genoemd in een charter “op mei-dach Philippi et Jacob apostolorumi” in het archief van het klooster van Albergen. Daarbij verleent Otto de heer van Bronckhorst en Borculo een gunst aan Johan van Twiclo. Dit is de oorsprong van de latere havezate Boekelo, ook wel genoemd Hof te Boekelo.[34]
  • 1475
    • Oorspronkelijke marken en boerderijen. In het schattingregister vinden we namen als Die Hulscher, Ecbertijnck (Egberink), Twespidele (het Spiele), Tesing (het Teesink).[35]
  • 1569
    • Herman Ripperda tou Boekelo trouwt en bouwt op de Boekelose gronden (die zijn moeder Judith van Twicklo door haar huwelijk met Unico van Ripperda had ingebracht) de Havezathe Boeckuloe. In 1817 stond het Huis te Boekelo (Hof te Boekelo) nog. Het was een ruim gebouw, met grachten omgeven, met een voorplein en twee ronde torens. Van binnen kwamen de vertrekken uit op eene groote vestibule.
  • 1601
    • Quinckellenborch (later ‘De Kwinkeler’, centrum Boekelo) voor het eerst vermeld in het Verpondingsregister. De boerderij werd omgeven door een gracht en had het karakter van een havezathe.[36]
  • 1723
    • Eerst bekende vermelding van Holtcamp hutte (later ‘De Mans’, centrum Boekelo), genoemd in het hoofdgeldregister.[37]
  • 1801
    • Volgens een volkstelling van 1801 wordt Boekelo vermeld met 407 zielen.[38]
  • 1868
    • Vergunning voor het oprichten van een windkorenmolen (aan de windmolenweg) wordt in 1868 verleend aan molenaar Friedrich (Frederik, Frits) Börgeling uit Gildehaus. In 1896 wordt Frits ook tapper in het cafe (tapperij) van Willem Hulscher.[39]
  • 1880
    • De eerste windkorenmolen aan de windmolenweg brand af. Er wordt een nieuwe gebouwd. Frits zoon Gerhard Börgeling zet het molenaarsbedrijf voort.[40]
  • 1888
    • Waar dorp Boekelo zich zou ontwikkelen na de komst van de Stoomblekerij, stonden een aantal grote boerderijen (de Kwinkeler, de Mans, Wiecherink en Teesink)
  • 1894
    • De Boekelosche Coöperatieve Roomboterfabriek (De Boekelose Melkfabriek) wordt opgericht door Gerrit Jan van Heek. De zuivelfabrieken werden vroeger vaak ‘boterfabriek’ genoemd.[41] In 1907 wordt de naam veranderd in De Boekelosche Cooperatieve Stoomzuivelfabriek. Er werd meer dan alleen roomboter geproduceerd. In 1974 werd het bedrijf gesloten.[42]
  • 1918
    • De tweede windkorenmolen aan de windmolenweg brand af door blikseminslag. Ter vervanging wordt een maalderij in gebruik genomen. Opening filiaal ‘Verenigde Twentse Landbouwcoöperaties‘ (de landbouwbank / de maalderij / de molen), Windmolenweg 40 te Boekelo.[43]
  • 1954
    • De start van ‘Multifarm’, een verkoopbureau met als doelstelling het verkopen van lang houdbare zuivel (koffiemelk, chocolademelk, melkcups), naast de dagverse producten als melk en roomboter. Dit gaf de aangevoerde melk een meerwaarde en betekende een hogere melkprijs voor de boer.[44]
  • 1965
    • Medio jaren zestig werd er landelijk een mogelijkheid opengesteld om met overheidssubsidie de koeling van melk op de boerderij en het gekoelde transport ervan naar de fabriek op gang te krijgen in Nederland. De directie van de Boekelose fabriek wilde daar wel aan meedoen en werd naast 4 andere bedrijven uitgenodigd voor het project. De boerderij moest beschikken over een apart melklokaal waarin de gekoelde melk in de tanks moest kunnen bufferen. Een grote overgang en investering, vooral voor kleine boeren.[45]

 

Platteland Usselo (Oslo, Ossel)

  • 9500 voor Christus
    • De internationaal bekende laag van Usselo. De eerste bewoning in het Usselerveen. Er wonen al jagers/verzamelaars op de plek van de Usseler Es.[46]
  • 900
    • op de Usseleres is een boerderij uit 900[47]
  • 1188
    • In dat jaar komt voor het eerst de plaats Oslo voor, wat tegenwoordig Usselo In het Twents spreekt men nog steeds van Ossel. Men vindt in 1188 het huis Lambertink in Oslo en enige jaren later het erve Joostink in Oslo vermeld. Het eerste is het tegenwoordige erve Lammerink in Usselo; het laatste is waarschijnlijk het tegenwoordige erve Josink aan de weg naar Twekkelo.[48]
  • 1650
    • Vanaf dat jaar was de Marke Usselo al bekend. De Usseler marke wordt opgeheven en verdeeld in 1847-49.[49]
  • 1801
    • De Marke Usselo bestond uit een aantal buurtschappen, zoals Usselo, Broekheurne, Rutbeek en Boekelo. Volgens een volkstelling van 1801 telde de marke Usselo 1021 zielen.[50]
  • 1946
    • De ‘laag van Usselo’ wordt ontdekt en gedeeltelijk blootgelegd (in het Usselerveen) door de archeoloog en toenmalig directeur van het Rijksmuseum Twenthe, C. Hijszeler. Het gaat om een laag die vermoedelijk 65 miljoen jaar geleden is ontstaan en zich uitstrekt over grote delen van Europa. De meeste archeologische vondsten uit die laag stammen uit een latere periode, toen de landbouw hier opkwam.[51]
  • 1859
    • De Marke Usselo wordt in 1859 opgeheven en verdeeld.[52] Volgens Kokhuis G.J.I. was dat in 1847-1849.[53]
  • 1890
    • Twee Usselose boeren bedenken dat je krachtvoer ook gezamenlijk kunt inkopen. In café Johan Hemken (later Irene) in Enschede komt er een vergadering over deze gezamenlijke inkoop en ter plekke wordt De Lonneker Landbouwvereniging Vanaf 1896 De Lonneker Coöperatieve Landbouwersbank en Handelsvereniging genoemd. Na 1900 worden er bij trein stations in Boekelo, Lonneker, Broekheurne en Glanerbrug loodsen gebouwd, voor in de buurt wonende landbouwers die klant zijn.[54]
  • 2017
    • Eerste Soja teelt bij boer Grobben in Usselo.[55]

 

Voor verbeteringen, aanvullende informatie of vragen – graag contact opnemen met:

Erwin van Beek

[email protected]

 

Bronnen

[1] https://www.shsel.nl/canon/01-de-prehistorie-in-enschede/ ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 13 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 10 ; https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Panorama_Landschap_-_Twente

[2] Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 27 ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 20,

[3] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26

[4] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 20

[5] https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Panorama_Landschap_-_Twente ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26 ; Nijhof W.H., Geschiedenis van Enschede, stad uit stoom en strijd, De Valkenberg (Apeldoorn 2014) p. 19 ; https://historiek.net/markestelsel-markerecht-marke/143005/ ; Trompetter C., Geschiedenis van Twente (1528-1870), Noordboek (Amersfoort 2023) p. 21

[6] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 57 ; http://www.twentsetaalbank.nl/docs/TwP.1974.11.pdf ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 100

[7] https://twentse-erven.nl/typologie/elementor-802/

[8] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 58 ; https://www.kraesgenberg.nl/3189/0/de-tuffelkelder

[9] https://www.shsel.nl/canon/04-de-vijf-marken-van-lonneker/ ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 71

[10] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26 – 32, 73 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 134, 135 ; https://www.shsel.nl/canon/04-de-vijf-marken-van-lonneker/

[11] https://twentse-erven.nl/typologie/elementor-802/

[12] Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 135

[13] https://www.shsel.nl/canon/29-het-platteland-in-de-19e-eeuw/

[14] https://edepot.wur.nl/313484, p.11

[15] Beek van H.E., Zwaar werk en gezonde vrije tijd, eigen beheer (Boekelo 2016) p. 25-31 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 153 – 170 ; R.A. Burgers, 100 jaar G. en H. Salomonson, kooplieden en entrepreneurs, fabrikanten en directeuren van de Koninklijke Stoomweverij te Nijverdal (Leiden 1954) p. 258 ; Wim H. Nijhof, Heren en Helden van Haaksbergen. Geschiedenis van een textieldorp in Twente (Haaksbergen z.d.) p. 56. ; https://www.boei.nl/mensen-vertellen/boei-blog-textielindustrie-en-textielfabrieken-in-twente/

[16] https://railgoed.nl/historie-twente.html ; https://mijnstadmijndorp.nl/app/historischekringwierden/verhalen/de-eerste-spoorlijn-in-twente-deel-1

[17] https://www.geldersarchief.nl/over-ons/actueel/weblog/789-productiever-maken-van-de-gelderse-land-en-tuinbouw-2 ; https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/twente/losser/landbouwenqute– ; https://www.zuivelmuseum.nl/de-toekomst/tijdlijn/landbouwcrises/ ; https://www.dbnl.org/tekst/lint011gesc01_01/lint011gesc01_01_0005.php

[18] https://historiek.net/geschiedenis-van-kunstmest-van-vogelpoep-tot-ammoniaksynthese/134851/

[19] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 222 ; https://canonvantechniekintwente.nl/kunstmest-en-koeien/ ; https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/twente/enschede/de-blijdensteins- ; https://www.vno-ncw.nl/sites/default/files/downloadables_vno/FR_170518_58.pdf ; https://nl.wikipedia.org/wiki/Albert_Jan_Blijdenstein ; 20. De familie Blijdenstein – Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker

[20] https://canonvantechniekintwente.nl/kunstmest-en-koeien/ ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 158, 159 ; 29. Het platteland in de 19e eeuw – Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker

[21] Geschiedenis van kunstmest: van vogelpoep tot ammoniaksynthese ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 104, 158, 159

[22] https://twentse-erven.nl/typologie/elementor-802/

[23] https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/diepenheimer-henk-boom-schreef-boek-over-mais-van-columbus-tot-beckum~a8f8b415/  ; https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/hoe-de-mais-naar-nederland-kwam-en-nooit-meer-verdween~b6a5594c/

[24] Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 200

[25] Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 242

[26] https://www.tubantia.nl/oldenzaal/al-in-1982-hennep-in-twentse-mais~ab2d5f24/

[27] https://edepot.wur.nl/313484, p.8 ;

[28] https://edepot.wur.nl/313484, p37

[29] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26, 29

[30] https://www.boekelo.info/wp-content/uploads/2022/02/Welkomstbeuksken-2021_WEB.pdf, p.8

[31] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 120 ; https://www.boekelo.info/wp-content/uploads/2022/02/Welkomstbeuksken-2021_WEB.pdf

[32] https://www.shsel.nl/canon/04-de-vijf-marken-van-lonneker/ ; https://twekkelo.nl/marke-twekkelo/  ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26

[33] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 29

[34] Kuile ter G.J., Geschiedkundige aanteekeningen op de Havezathen van Twenthe, herdruk van 1911, Boekhandel Broekhuis B.V. (Hengelo 1974) Gysbers en Van Loon (Arnhem 1974) p.55 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 45 ; De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p.30

[35] https://www.boekelo.info/wp-content/uploads/2022/02/Welkomstbeuksken-2021_WEB.pdf p. 9

[36] ’N Sliepsteen, 2003 nr. 74 p.9 ; De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p.17

[37] Boerderijcommissie van SHSEL, Boerderijen in Enschede 4, Boekelo, Stichting Historische Sociëteit Enschede Lonneker (Enschede 2023) p. 271

[38] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 120

[39] De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p. 280

[40] De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p. 280 ; https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-01026-d

[41] De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p. 243

[42] De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p. 244

[43] De Boer J.J., 100 jaar Kwinkeler-Hulscher 1803-1903, Stichting Historische Kring Boekelo Usselo Twekkelo (Boekelo 2011) p. 281 ; https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-01026-d

[44] https://www.boeke-loos.nl/archief/2008/01%20januari/30.html

[45] https://www.boeke-loos.nl/archief/2008/01%20januari/30.html

[46] Nijhof W.H., Geschiedenis van Enschede, stad uit stoom en strijd, De Valkenberg (Apeldoorn 2014) p. 14, 15 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 9 ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 9 – 13

[47] https://www.shsel.nl/canon/03-erven-en-marken/

[48] https://www.usselo.nl/over-usselo/een-reis-door-de-tijd ;

[49] https://www.boekelo.info/wp-content/uploads/2022/02/Welkomstbeuksken-2021_WEB.pdf p.11 ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26 ; De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 134

[50] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 120

[51] Nijhof W.H., Geschiedenis van Enschede, stad uit stoom en strijd, De Valkenberg (Apeldoorn 2014) p. 14, 15 ; Kokhuis G.J.I., De geschiedenis van Twente, Twente Publicaties bv (Hengelo 1982) p. 9 ; Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 9 – 13

[52] https://www.shsel.nl/canon/04-de-vijf-marken-van-lonneker/

[53] Kokhuis G.J.I., Historie van Enschede, Twents Gelderse Uitgeverij Witkam bv (Hengelo 1984) p. 26

[54] Nijhof W.H., Geschiedenis van Enschede, stad uit stoom en strijd, De Valkenberg (Apeldoorn 2014) p. 188

[55] https://edepot.wur.nl/424059 ; https://www.deondernemer.nl/innovatie/ondernemers-bart-en-tom-grobben-de-boer-op-met-sojamelk~0bdc2732 ;